fbpx

Godverdomse pijn.

Want vloeken helpt. Soms toch.

Ja ik ben een wielertoerist. De wielermicrobe heb ik al sinds mijn achtste te pakken, misschien wel sinds mijn zevende. En elk jaar neemt die microbe toe. Meer zegt ze dan, méér. En wie ben ik om tegen te spreken.

Het moet ongeveer zo’n 4 jaar geleden zijn. In volle voorbereiding voor mijn klassiek voorjaar, want ook wielertoeristen zoals ik moeten ons wapenen voor het komende seizoen. Wel, in die voorbereiding ergens in een Vlaams landschap voelde ik de eerste tinteling. Mijn linker pink besloot plots een dutje te doen. Een power napje. Na een paar heen en weer – op en neer bewegingen werd hij terug wakker. Raar, zo’n slapend pinkje dacht ik toen. Wat ik nog niet wist, en vooral niet besefte, was dat dit een voorbode was voor een reeks godverdomse ongemakken, op én naast de fiets. Tintelende handen, slapende vingers of futloze onderarmen. Ze passeerden één voor één. Het enige wat nog sneller passeerden waren de middeltjes, die ik dan van horen zeggen had. Een ijsbadje? Een of andere Chinese voodoo crème. Oorkaarsen, oh-jawel. En dan een theereceptje van de grootmoeder van een collega. Lekker, dat wel, maar de godverdomse pijn bleef.

Dan maar met een professional gaan praten, zeiden ze. Uiteraard ging ik langs de huisarts en wilde ‘zij’ me langs een bikefitter sturen. Bon, eerst maar langs de dokter. Die drukte vooral op de ernst van CTS, carpaal tunnel syndroom. Geen pretje, zo blijkt:

Het carpale-tunnelsyndroom is een klachtenpatroon veroorzaakt door een beknelling van de zenuw die loopt in het midden van de arm (nervus medianus) in het verloop van de overgang van de onderarm naar de hand ter hoogte van de pols (carpale tunnel). Dit is een nauw kanaal gevormd door de handwortelbeentjes en een stevig peesblad tussen pink- en duimmuis aan het begin van de handpalm. In deze tunnel lopen de buigpezen van de vingers en de zenuw. De zenuw is de zachtste structuur is en het meest gevoelig is voor druk.

Bron: Neurochirurgie Zwolle

Mijn dokter had het over spalken, injecties en een eventuele operatie bij aanhoudende ongemakken. Serieus? Mijnheer doktoor – zo gaat dat dan in van de Vlaamse dorpjes – verzekerde me dat zo’n slapend handje af en toe niet zo veel kwaad kan en waarschijnlijk te wijten is aan een slechte stuurpositie. Niets wat een correcte afstelling of een goed paar ondersteunde fietshandschoenen niet kan verhelpen, zei ie. Maar blijven de handjes tintelen of vallen ze telkens in slaap dan zal er wel meer aan het handje zijn. – Ha! Al is dit absoluut geen voer voor mopjes –  Een slechte positie dus? Dan toch maar langs een bikefitter.

De meest voorkomende klachten zijn tintelende vingers en nekklachten, las ik op een poster bij de bikefitter. Wat me meteen geruststelde. Ik was dan duidelijk toch niet de enige. Na een kwartiertje in de niet-onaangename wachtruimte is het aan mij. Ik word nog maar net begroet of ik zit al op een fietstoestel. Meer toestel dan fiets eigenlijk. Het toestel wordt helemaal op mijn fit afgesteld. De video-analyse gaat van start. Stuurbreedte, lengte stuurpen, juiste drop en verschil zadel/stuur worden grondig op de korrel genomen. Zo wat alles was, euhm, fout aan mijn huidige setup. Een correcte afstelling van mijn stuur en stuurpen zou al heel wat kunnen oplossen. Maar de man wilde niet meteen al zijn euforie kwijt, dus ging hij nog op zoek naar een paar eventuele andere antwoorden. Mijn stuur mag ook gerust nog een centimeter of twee breder.

Ook hij begint over het carpaal tunnel syndroom. Heb je klachten aan de duim, wijsvinger of middenvinger dan kan je er bijna je hand voor in het vuur steken – kon ik niet laten, sorry – dat het gelinkt is aan CTS. Maar blijven deze ongemakken duren, dan ga je toch best terug naar je huisarts. Of zelfs meteen naar een neurochirurg. Ook hier weer de ernst als het aankomt op CTS. Hij raadt me aan om rustig de nieuwe positie ‘in te fietsen’.

Vier dagen later zit ik terug op de fiets, op mijn fiets. Mét mijn nieuwe setup. Voor deze zekerheid doe ik ook wat online research naar een goed paar fietshandschoenen. Na een paar lovende reviews en een aanrader van mijn schoenbroer, nonkel Jaak – die echt wel veel fietst – en mijn lokale fietsenboutique ga ik voor een paar gelhandschoenen van een Duitse fabrikant. De Roeckl Alpha’s zorgen met hun vier gelzones voor een optimale absorptie van trillingen en ondersteuning.

Nu, zo’n vier jaar en 14987 kilometer later rijd ik nog steeds met dezelfde setup. En hetzelfde paar handschoenen. Ben ondertussen wel toe aan mijn tweede paartje.

Telkens ik iemand de bekende heen en weer – op en neer armbewegingen zie maken in ons pelotonnetje, dan ga ik een beetje de moraalridder uithangen. Dan vertel ik hen mijn verhaal, mijn ervaring. Over hoe het ook ooit begon met een slapende pink. En meestal luisteren ze wel en zie ik ze terug met een paar Alpha fietshandschoenen en een gecorrigeerde stuurpositie. En soms luisteren ze ook niet. Dan blijft het bij gevloek en de godverdomse pijn. Want vloeken helpt. Soms toch.

Een Vlaamse wielertoerist.

Credits
Foto’s: Wannes Bosman / Support door Roeckl, Deda Elementi, Sportful, uvex en Campagnolo

You Might Also Like