Ik wilde vroeger een klimmer worden. Ik bewonderde Lance, maar werd vooral geïnspireerd door Marco. Hoewel ik mijn jeugdige kilometers wegtrapte in het Limburgse land en de Belgische Voerstreek, voelde ik mij de Pantani tussen de Cauberg en de Keutenberg. Voor een recreant kon ik aardig bergop fietsen. Dacht ik. Wist ik veel dat er een heel andere discipline bij komt kijken als je tientallen kilometers klimmen te wachten staan.
Plotsklaps werd de koers verlegd naar de Alpen. De herinneringen in foto’s zijn nog in fletse kleuren en analoog terug te vinden. Col de la Madeleine. Wat ze noemen een leermoment. Met hetzelfde ritme als in de Limburgse heuvels (en met hetzelfde verzet) startte ik mijn vuurdoop als klimmer. Mijn conclusie nadat ik na 2 kilometer iedereen had achtergelaten: een Col is andere, vooral ‘langere’ en ‘taaiere’ koek. Na 3 kilometer hing ik aan het elastiek, na 4 kilometer gelost en al harkend veegde ik de overige 14 kilometer bij elkaar. Mijn bordje was als eerste leeg.
“Het is zaak om meteen een goed ritme te vinden want deze col is lang en gelijkmatig. 18 kilometer steil omhoog.”
Mijn volgende test was de dubbel Télégraph/Galibier, samen langer dan de Madeleine. Ik bleek een snelle leerling, maar de pijn was nog niet uit de benen. Rustig tempo, inhouden, kalm blijven. Goed eten en drinken ook. Van mijn plaatselijke wielerspecialist had ik wat energierepen en sportdrank meegekregen. Dankzij een snel geleerde discipline had ik overschot aan het eind. Op de top van de Col du Galibier was het uitzicht fenomenaal. Op dat moment wist ik het: deze beloning wil ik vaker genieten.
Bij terugkomst in het heuvelland duurde het niet lang of het ‘klimmersbloed’ stelde een nieuw doel: La Marmotte 2001. Meegezogen in het enthousiasme van anderen. Met door omstandigheden veel te weinig trainingskilometers in de benen moest ik eraan geloven, de weergoden mij niet gunstig gezind. Regen en hagel op de Croix de Fer, stevige wind op kop richting St. Jean de Maurienne. De hernieuwde ontmoeting met het illustere duo viel deze keer tegen. IJzige wind op de Galibier zorgde voor een koude kermis. De warmte van de dekens van een Franse legereenheid was aanlokkelijker dan een mistige blik naar de onzichtbare vertes.
“Nieuwe doelen! Born to push limits!”
Jarenlang bleef ik actief fietser, maar met een inactieve mindset. Dit jaar heb ik mezelf echter een nieuw doel gesteld: ik wil weer klimmer worden. Een paar kilogrammen minder, veel meer fietservaring, discipline en de juiste sportvoeding zullen mij (moeten) helpen dit doel te bereiken. De afgelopen winter (en ook de volgende!) was het devies: doortrainen. Bij regen, sneeuw en kou gewoon de weg op de racefiets of crosser. Ik pluk er tot nu toe het hele jaar al zoete vruchten van. Grenzen zijn verlegd. Ik ben sterker geworden, kan langere afstanden aan en ervaar dubbel zoveel fietsplezier. Dicht bij de bron, ben ik ook dit jaar heel secuur op mijn (sport)voeding gaan letten. Discipline hierin, gecombineerd met effectieve kilometers trainen, zorgen ervoor dat je écht verschil gaat voelen én maken. Het dan heb ik het écht over hele kleine aanpassingen. (Noot: Ik geloof niet meer in mijn eigen talent op fietsgebied)
En dan je sportvoeding. Ik leerde snel op dit gebied. Na mijzelf opgeblazen te hebben op de Col de Madeleine, leerde ik goed luisteren naar mijn lichaam en zorgde ik voor eet- en drinkdiscipline. In mijn vernieuwde ‘Ik, de wielrenner die weer klimmer wil worden’ ben ik er nog iets meer mee bezig, zonder dat het een ‘dingetje’ wordt. Ik ben en blijf immers maar een wielertoerist met ambities.
Het is eigenlijk heel simpel. Eén grote bidon per uur is zeker nodig. Vul je dit goed in, dan voorkom je een duffe hoofdpijn later op de dag. Daarnaast uiteraard dat reepje of gelletje binnen 45-60 minuten na de start en dat elk uur volhouden. Simpele regels die het klimmen in de Alpen, maar ook tijdens langere trainingen, een toertocht of granfondo een stuk gemakkelijker maken. Handige tip als je een lange klim doet: maak al een klein scheurtje in de folie van de reep, zodat deze eenvoudig open gaat als je deze nodig hebt. Dat scheelt onhandig geklungel. Daarnaast drink ik na training langer dan 3 uur tegenwoordig ook een herstelshake. Lekker snel klaar en nog voordat ik in de douche spring, zorg ik zo ervoor dat ik de dag nadien geen enkele last meer heb van zware benen. Dat was vroeger wel eens anders.
Hopelijk helpen enkele tips bij het ondersteunen van jouw doelen. En dat hoeft geen Granfondo te zijn, hoor! Dat doel mag ook zijn “vlammen tijdens een groepsrit op zondagochtend.” Dat is ook nog steeds wekelijks mijn doel. Ik sta er goed op, maar de transformatie is nog niet klaar. Ja, er is progressie, maar er ligt nog steeds een uitdaging. Weer klimmer worden betekent investeren. Born to push limits. Op naar een nog fiets-fantastischer 2019. Ik ben pas op de helft!
Wil je meer gedetailleerde informatie, dat kan. Via www.born.eu kun je aanmelden voor jouw persoonlijke (sport)voedingsplan. Een mooie starter is de #borntopushlimits box met daarin alles voor een succesvolle toertocht of lange duurtraining.
Tekst: Roy Slangen
Foto’s: Irmo Keizer voor Born Sportscare B.V.
No Comments